Bouwinvest
Liquide middelen in de jaarrekening: soms niet zo simpel
Bij dit ogenschijnlijk eenvoudige onderwerp zijn diverse vraagstukken opgekomen die bij nadere bestudering niet zo simpel zijn.
Bij dit ogenschijnlijk eenvoudige onderwerp zijn diverse vraagstukken opgekomen die bij nadere bestudering niet zo simpel zijn.
De jaarrekening is primair bedoeld als verantwoordingsdocument over de financiële gang van zaken gedurende het boekjaar. Idealiter is het een neutrale weergave van de bedrijfsvoering alsof men 'op de werkvloer' niet weet dat transacties uiteindelijk in een jaarrekening verwerkt zullen worden. Maar zo naïef is de praktijk niet. Er zijn diverse vlakken waarop ondernemingen bewust
In de wet- en regelgeving voor de jaarrekening worden hier en daar specifieke percentages genoemd. Sommige zijn meer bekend dan andere. Soms is een percentage slechts richtinggevend, soms is het een hard criterium. Dit keer heb ik voor deze rubriek een quiz gemaakt. Kent u uw percentages?
Bij de toeslagenaffaire wordt vaak gewezen op een gebrek aan een 'menselijke maat': de wet- en regelgeving wordt 'mechanisch' toegepast zonder oog te hebben voor de specifieke omstandigheden en de impact op het individu. Ook in de jaarrekeningenpraktijk zijn er vraagstukken die lijken te schuren met de menselijke maat.
Btw komt bij de meeste ondernemingen voor, maar er bestaat nauwelijks regelgeving over btw in de jaarrekening. Weliswaar is btw geen heel materieel bedrag in de jaarrekening, maar hier en daar zijn toch wel eens vraagstukken opgekomen over hoe je btw in de jaarrekening zou moeten verwerken. Juist door het gebrek aan regelgeving is meestal niet eenduidig te zeggen 'hoe het zou moeten'. Maar er gewoon eens over nadenken kan al leuk zijn.
De beroepsorganisatie van accountants heeft 'continuu00efteit' uitgeroepen tot verplicht onderwerp voor permanente educatie voor 2021. Dat gaat over het al of niet terecht toepassen van het continuu00efteitsbeginsel ('going concern') en de toelichting daaromtrent in de jaarrekening. De normen voor de jaarrekening zijn op dit punt erg beknopt, en dit vergt dus ook voor de opsteller van de jaarrekening veel eigen oordeelsvorming.
Ieder jaar verschijnt een nieuwe editie van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ). Voorin de bundel staat een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van de vorige editie. Dat zijn er jaarlijks best veel. Maar de meeste zijn verduidelijkingen of herstel van gevonden foutjes. Voor de vergelijkbaarheid van jaarcijfers door de tijd heen is het goed als de regelgeving niet voortdurend verandert. Maar af en toe zijn er ook meer ingrijpende veranderingen in de regelgeving. Die bij wijze van spreken een 'revolutie' zijn. Hier vindt u een aantal krenten uit de pap.
De jaarrekening is gebaseerd op het systeem van boekhouden waarbij de activa per definitie gelijk moeten zijn aan de passiva. Zodra dit niet in evenwicht is, weet je dat er ten minste ergens een fout zit. Ook mutatieoverzichten moeten logischerwijs 'sluiten'. En zo zijn er nog veel meer checks die accountants doen om eventuele fouten op te sporen. Maar er zijn ook situaties waar juist het wu00e9l aansluiten van bedragen wijst op een fout in de jaarrekening: 'valse aansluitingen'. Het lijkt op het eerste gezicht een bevestiging dat dingen juist zijn, maar wijst juist op fouten.
In dit artikel wordt stilgestaan bij enkele bijzondere aspecten rond herwaardering van activa die de afgelopen jaren zijn opgekomen of hernieuwde aandacht hebben gekregen. Herwaarderen kan met name relevant zijn wanneer de actuele waarde belangrijk afwijkt van de boekwaarde volgens de historische kostprijs. Daarmee zal het vaak om vastgoed gaan. Immers, vastgoed gaat vaak om grote bedragen en wordt veelal voor langere tijd aangehouden. Daarmee is er veel 'gelegenheid' voor het ontstaan van stille reserves.
Het beoordelen of er sprake is van een bijzondere waardevermindering van goodwill is een berucht onderdeel van het opstellen van de jaarrekening. Het is veel werk op basis van ingewikkelde regelgeving, en de onderliggende schattingen zijn vaak erg subjectief. Aan de andere kant klagen gebruikers van jaarrekeningen dat ze desalniettemin geen inzicht hebben op hoe rendabel betreffende overname uiteindelijk is. Vaak is de indruk dat achteraf gezien te veel is betaald voor een overname, maar valt dat niet gemakkelijk uit de jaarrekening af te leiden.