Gemeente Hoeksche Waard
'Nederlands pensioenstelsel is top'
Nederland heeft nog steeds het op u00e9u00e9n na beste pensioenstelsel ter wereld. Alleen Denemarken heeft een beter stelsel.u00a0Mogelijk ligt er een koppositie in het verschiet.
Nederland heeft nog steeds het op u00e9u00e9n na beste pensioenstelsel ter wereld. Alleen Denemarken heeft een beter stelsel.u00a0Mogelijk ligt er een koppositie in het verschiet.
Denkt u dat u met pensioen gaat als u 67 jaar wordt? Of misschien wel eerder? Wake up! Bent u geboren in 1976, dan ligt de verwachte pensioenleeftijd al op 70 jaar. Bent u jonger? Dan mag u nog langer door. Heeft u er al over nagedacht wat dat voor u betekent? En heeft uw werkgever er al over nagedacht wat dat voor zijn werknemers betekent?
Onlangs heeft de regering, na consultatie van een aantal belangengroeperingen, besloten de bestaande wettelijke regeling te veranderen voor de afkoop van kleine pensioenen die minder dan 467,89 euro per jaar bedragen. De reden van de verandering heeft te maken met de grote hoeveelheid kleine pensioenen. Kleine premievrije pensioenaanspraken van minder dan 467,89 euro per jaar zijn behoorlijke kostenposten voor pensioenuitvoerders. Kosten die door deelnemers of door de pensioenuitvoerders worden gedragen.
Veel pensioenen zijn tegenwoordig gebaseerd op beschikbare-premieregeling en niet meer op eindloonregeling. De afgelopen jaren hebben veel pensioenfondsen de omslag gemaakt. De Hoge Raad heeft onlangs een arrest gewezen dat een bom legt onder menige wijziging van de pensioenregeling die in het verleden heeft plaatsgevonden.
In de pensioenpraktijk (advies en uitvoering) levert het partnerpensioen met regelmaat aandachtspunten, discussies en juridische procedures op. Vooral na echtscheidingen, maar tegenwoordig ook bij het uit elkaar gaan van samenwoonpartners. Met de invoering van de Pensioenwet kregen zij eveneens recht op bijzonder partnerpensioen. Er zijn veel verschillende pensioenpartnerbegrippen in omloop en het helder vastleggen daarvan in de pensioendocumentatie is nog niet zo makkelijk, omdat die partneromschrijving nog wel enigszins te begrijpen en anderzijds voldoende scherp afgebakend moet zijn. Een recente uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland is hiervan een voorbeeld.
Met ingang van 1 januari 2018 stelt het ministerie van Financiu00ebn de pensioenleeftijd vast op 68 jaar, terwijl de AOW-leeftijd per 1 januari 2017 is vastgesteld op 67 jaar en 3 maanden. Kortom, aan de werkgever de taak om de pensioenovereenkomst met zijn medewerkers aan te passen, tenminste, als de pensioenpremies al dan niet geheel afgetrokken moeten worden. Hoe kan dat het beste gebeuren?
In 2016 was het de bedoeling om de fiscale faciliteit van het pensioen in eigen beheer voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) uit te faseren. De RJ had daarop al een Uiting uitgebracht over de verwerking van die verandering in de jaarrekening. Daar had de RJ enige haast mee, omdat bepaalde keuzes die de dga kon maken van invloed zouden kunnen zijn op de jaarrekening over 2016. Uiteindelijk is de wetswijziging pas in 2017 afgerond. Daarmee hebben de te maken keuzes geen gevolgen meer voor de bepaling van vermogen en resultaat van 2016. RJ-Uiting 2017-3, die de eerdere RJ-Uiting 2016-15 vervangt, is dus voornamelijk relevant voor boekjaar 2017.
In plaats van mensen te verplichten om tussentijds kleine pensioenbedragen op te nemen, gaan pensioenfondsen en verzekeraars deze kleine pensioenen samenvoegen.
Bij het opschuiven van de pensioeningangsleeftijd en de afschaffing van de fiscale facilitering van prepensioen, vut en overbruggingspensioen zijn veel pensioenregelingen aangepast. Die aanpassing ging gepaard met het afschaffen van deze mogelijkheden in de pensioenregeling voor de toekomst en soms ook al voor de zittende groep medewerkers. Min of meer parallel lopend aan het overgangsrecht dat de fiscale wetgever heeft bedacht ten tijde van de afschaffing, zijn daarbij regelmatig door werkgevers overgangsmaatregelen getroffen voor oudere medewerkers voor wie het gebruik van die regelingen het dichtstbij was.
Ambtenarenpensioenfonds ABP en pensioenuitvoerder APG willen deelnemers meer inzicht geven in hun pensioen met een 'persoonlijke pensioenpot'.