Alles over Corporate Governance Code

Executive

Bestuurder moet meer zekerheid leveren op risicobeheersing

Dit jaar moeten bestuurders processen zodanig inrichten dat vanaf 2025 een beperkte mate van zekerheid kan worden geleverd over materiële zaken in de duurzaamheidsrapportage en over operationele- en compliancerisico's.

Risicobeheersing

VOR wordt onderdeel Corporate Governance Code

De verklaring omtrent risicobeheersing (VOR) wordt onderdeel van de Corporate Governance Code. Dat hebben onder meer werkgevers, vakbonden en belangenbehartigers van accountants afgesproken. Beursgenoteerde vennootschappen zullen vanaf 2025 een VOR opnemen in het bestuursverslag.

Compliance

Corporate governance: prestatiebeloning bestuurders heeft geen effect...

Een van de meest verhitte debatten over corporate governance betreft de beloning van het topmanagement en de effecten op de ondernemingsprestaties. De beloningen zijn de afgelopen twee decennia sterk gestegen en veranderd in ingewikkelde prikkelstructuren door toevoeging van diverse beloningscomponenten, ook in perioden waarin de inkomensontwikkeling van werknemers en beleggers in Nederland een ander patroon kende.

Corporate Governance Code

Tweede Kamer eist verplichte VOR per 1 januari 2024

Terwijl het debat over de Verklaring Omtrent Risicobeheersing in de verslaggeving voortwoedt, eist de Tweede Kamer nu dat voor 1 januari 2024 een VOR verplicht wordt. Een meerderheid heeft ingestemd met een motie die dat eist. Kamerleden pleitten ervoor om de eis voor een Verklaring Omtrent Risicobeheersing (VOR) op te nemen in de Corporate Governance

Corporate Governance Code

Kamerleden eisen in control-statement jaarverslaggeving

De actualisatie van de Corporate Governance Code bevat geen eis voor een Verklaring omtrent risicobeheersing (VOR). Daar heeft het ministerie van Financiën enkele jaren wel voor gepleit en ook belangenverenigingen zijn teleurgesteld dat de VOR geen deel uitmaakt van de actualisatie van de Code. Kamerleden hebben een motie ingediend om dat alsnog te regelen. Minister

bdo

5 verbeterpunten van de Corporate Governance Code

De voorstellen die de Monitoring Commissie Corporate Governance Code eerder dit jaar deed om de Code te actualiseren, gaan veel organisaties niet ver genoeg. Onder meer de NBA, Eumedion en BDO hadden dergelijke kritiek. Cm: zet enkele belangrijke punten op een rij. Tijdens de consultatie op de actualisatievoorstellen is instemmend gereageerd op een aantal voorzetten,

bdo

BDO kritisch op actualisatie Corporate Governance Code

Accountantsorganisatie BDO sluit zich aan bij de feedback van branchevereniging NBA dat de Corporate Governance Code een verplichte Verklaring omtrent risicobeheersing (VOR) op moet nemen. Ook wil BDO meer aandacht voor IT-beveiliging en maakt de organisatie zich zorgen dat er geen maatregelen zijn genomen om lastenverzwaring in het mkb door ESG-eisen te beperken. De organisatie

Corporate Governance Code

NBA betreurt beperkte voorstellen Corporate Governance Code

Volgens de NBA zijn de actualisatievoorstellen van de Corporate Governance Code te beperkt. Diverse aanbevelingen van de Commissie toekomst accountancysector zijn niet overgenomen. De vereniging dringt erop aan om dat alsnog te doen. De Monitoring Commissie Corporate Governance Code heeft de afgelopen weken een consultatie gehouden over actualisatievoorstellen van de Code. In deze actualisatie staan

Corporate Governance Code

Klimaatverandering in Corporate Governance Code: consultatie gestart

Omdat klimaatverandering een van de belangrijkste thema's is van de komende decennia presenteert de Monitoring Commissie Corporate Governance Code een consultatiedocument om de code te actualiseren. Ook diversiteit en inclusie, en de rol van aandeelhouders krijgen speciale aandacht. Tot en met 17 april hebben stakeholders de tijd om te reageren op het document. Daarin stelt

Accounting en verslaggeving

Corporate Governance Code: Monitoring Commissie wil meer onderbouwing

De commissie die zich bezighoudt met de naleving van de Corporate Governance Code stelt dat vennootschappen de daadwerkelijke inhoudelijke naleving meer moeten onderbouwen en minder gaan sturen op letterlijke vereisten.